Kwaliteitsstatuut
Kwaliteitsstatuut – GGZ-instelling
Naar het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ 4.0
I. Algemene informatie
1. Gegevens ggz-aanbieder
Naam instelling: Psychiatrisch Expertise Centrum
Hoofdadres: Hamburgerweg 137 3851EJ ERMELO
Website: www.psychiatrischexpertisecentrum.nu
KvK-nummer: 69817162
AGB-code 1: 03037760
AGB-code 2: 22221068
2. Gegevens contactpersoon/aanspreekpunt
Naam: J. Terpstra
E-mailadres: info@psychiatrischexpertisecentrum.nu
Telefoonnummer: 085 – 822 825 0
3. Onze locaties vindt u hier
Hawaiiweg 25, 1339 NW Almere
Links: www.psychiatrischexpertisecentrum.nu
4. Beschrijving aandachtsgebieden/zorgaanbod
Het Psychiatrisch Expertise Centrum (PEC)biedt poliklinische specialistische geestelijke gezondheidszorgzorg. PEC hanteert geen exclusiecriteria zolang de zorg poliklinisch en vrijwillig kan worden geboden. PEC is wel nadrukkelijk gespecialiseerd in traumagerelateerde stoornissen, en in het bijzonder complexe PTSS. Behandelaren die bij PEC werken hebben een expertise op dit gebied en/ of bieden hieromtrent supervisie, begeleiding en onderwijs aan andere zorgverleners binnen en buiten de organisatie. De behandeling wordt veelal multidisciplinair vormgegeven door een team van psychiaters, (GZ-)psychologen, verpleegkundig specialisten en maatschappelijk werkers. Het aanbod van PEC is uniek in de regio en vaak ook bovenregionaal vanwege de specialisatie en de expertise op het gebied van psychotrauma en is daarmee onmisbaar in het huidige regionale en landelijke zorgaanbod.
4b. Patiënten met de volgende hoofddiagnose(s) kunnen in mijn instelling terecht:
Aandachtstekort- en gedragsstoornissen
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen
Depressieve stemmingsstoornissen
Bipolaire stemmingsstoornissen
Angststoornissen
Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
Restgroep diagnoses
Dissociatieve stoornissen
Seksuele problemen
Slaapstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen
Somatische symptoomstoornis en verwante stoornissen
Trauma- en stress gerelateerde stoornissen
4c. Biedt uw organisatie hoog specialistische ggz (3e lijns ggz):
Nee
4d. Heeft u nog overige specialismen: (optioneel, meerdere antwoorden mogelijk):
Psychische zorg voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking
5. Beschrijving professioneel netwerk:
Er bestaan met diverse andere zorgaanbieders samenwerkingsafspraken in het kader van de behandeling. Voorbeelden hiervan zijn met name de diverse overlegvormen met huisartsen in onze werkgebieden, deelname aan de overlegtafel ten behoeve van de meest complexe casussen in de regio en het zorgaanbod van GGZ Centraal, en dan voornamelijk de afdeling acute psychiatrie
6. Onze instelling biedt zorg aan in:
Voornamelijk de gespecialiseerde GGZ, en heeft ook mogelijkheid voor basis GGZ.
Het Psychiatrisch Expertise Centrum heeft aanbod in de volgende settingen van het Zorgprestatiemodel:
Setting 2 (ambulant – monodisciplinair)/de generalistische basis-ggz:
Hiervoor kunnen de volgende type beroepsoefenaren als regiebehandelaar optreden en zijn de voorwaarden ten aanzien van de indicerende en coördinerende rol als volgt ingevuld: Klinisch psycholoog, GZ-psycholoog, en psychotherapeut.
Setting 2 (ambulant – monodisciplinair)/ de gespecialiseerde-ggz:
Hiervoor kunnen de volgende type beroepsoefenaren als regiebehandelaar optreden en zijn de voorwaarden ten aanzien van de indicerende en coördinerende rol als volgt ingevuld: Klinisch psycholoog, psychiater, GZ psycholoog, verpleegkundig specialist GGZ, psychotherapeut.
Setting 3 (ambulant – multidisciplinair): Hiervoor kunnen de volgende type beroepsoefenaren als regiebehandelaar optreden en zijn de voorwaarden ten aanzien van de indicerende en coördinerende rol als volgt ingevuld:
Klinisch psycholoog, psychiater, GZ psycholoog, verpleegkundig specialist GGZ, en psychotherapeut.
7. Structurele samenwerkingspartners
Het Psychiatrisch Expertise Centrum (PEC) werkt ten behoeve van de behandeling en begeleiding van patiënten samen met vele ketenpartijen waaronder onder andere
huisartsen (POH-GGZ), apothekers, GGZ Centraal, Triade, Magnolia, Veilig Thuis, de Blijfgroep.
Indien nodig verwijst PEC naar de samenwerkingspartners of verwijzen samenwerkingspartners naar ons voor een deelbehandeling, of voor overname van de behandeling. Deze samenwerking vindt op incidentele danwel structurele basis plaats, afhankelijk van de hulp- en zorgvraag van de patiënt.
8. Lerend netwerk
Binnen het Psychiatrisch Expertise Centrum (PEC) vindt elke twee weken een multidisciplinair overleg plaats voor alle betrokken behandelaren. Tijdens dit overleg wordt casuïstiek besproken, is ruimte voor supervisie en intervisie, en worden eventuele incidenten, complicaties en beleidszaken besproken. Periodiek is er voor de regiebehandelaren een regiebehandelarenoverleg waarin kwaliteit van de zorg en de samenwerking binnen de organisatie aan de orde komt. Regelmatig worden externe partijen betrokken voor een klinische les of andere onderwijsactiviteit.
II. Organisatie van zorg
9. Zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen
Het Psychiatrisch Expertise Centrum ziet er als volgt op toe dat alle behandelaren toegang en kennis hebben van professionele zorgstandaarden, hiernaar handelen en beroepsrichtlijnen worden waar nodig intercollegiaal besproken en toegepast.
9a. Zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn:
Beleid van het Psychiatrisch Expertise Centrum (PEC) is dat van elke werknemer werkzaam bij het PEC:
– een werknemersdossier bestaat, waarin uittreksels van relevante documenten te vinden zijn, zoals kopie van diploma’s, BIG verklaring en een Verklaring Omtrent Gedrag.
– het PEC ziet toe op een veilig klimaat waarin hulpverleners elkaar consulteren waar nodig.
– In het wekelijks multidisciplinaire over (MDO) worden casussen besproken onder leiding van de regiebehandelaar, welke toeziet een goede kwaliteit van zorg en doelmatige zorg.
– PEC heeft de bevoegdheden en daartoe noodzakelijke bekwaamheid beschreven in zijn professioneel statuut. De uitvoering van dit beleid is de verantwoording van de directie, waarbij de wettelijke kaders in acht worden genomen, zoals de WGBO en de wet BIG en de Wkkggz.
9b. Zorgverleners volgens kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen:
– het PEC werkt evidence-based, volgens richtlijnen van de NVvP, het Trimbos en de meest recente literatuur.
– In beleidsvergaderingen worden nieuwe ontwikkelingen besproken. Via referaten houden de zorgverleners elkaar op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en scholen zij elkaar bij. Ook verwijzers en externe collega’s zijn daarbij uitgenodigd.
– wet BIG: medewerkers zijn vanuit de beroepscode zelf verantwoordelijk en verplicht om op de hoogte te blijven van de zorgstandaarden. Niet BIG geregistreerden werken onder verantwoordelijkheid van supervisors en werkbegeleiders die daarvoor bevoegd zijn en BIG-registratie hebben.
– MDO: zie punt 9a
– Feedback vanuit tevredenheidsonderzoek: daar waar uit cliënt tevredenheidsonderzoek, of anderszins, naar voren komt dat een behandelaar niet volgens de zorgstandaard werkt, wordt dit met de betreffende behandelaar besproken en worden er concrete afspraken gemaakt met periodieke evaluaties, hoe de behandelaar wel volgens de zorgstandaard gaat werken.
– Spiegelinfo uit SBG: Informatie na benchmarking wordt meegenomen om onze werkwijze te verbeteren.
– Onze instelling vraagt via regelmatige enquêtes actief feedback aan onze netwerkpartners, zoals onze verwijzers (huisarts, POH, collega-instellingen) over onze werkwijze. Mocht hieruit blijken dat onze behandelaren niet volgens de richtlijnen werkt, dan wordt hiervoor een verbetertraject voorgesteld.
9c. Zorgverleners hun deskundigheid op peil houden:
– Wet BIG stelt behandelaren verplicht om blijvend te voldoen aan de benodigde deskundigheid. Er is dus naast de verantwoordelijkheid vanuit de instelling om deskundigheidsbevordering te stimuleren en te borgen, ook een individuele beroepsverantwoordelijkheid, waar onze instelling de behandelaren op wijst.
– Via functioneringsgesprekken worden opleidingswensen geïnventariseerd en worden verbeterpunten gesignaleerd.
– Bij disfunctioneren worden afspraken gemaakt hoe de deskundigheid te verbeteren.
– Behandelaren verzorgen referaten zodat we elkaar blijven bijscholen en op de hoogte houden van de nieuwste ontwikkelingen.
_ Individuele zorgverleners zijn zelf verantwoordelijk voor het bepalen van voldoende bij- en nascholingspunten.
10. Samenwerking
10a. Samenwerking binnen uw organisatie en het (multidisciplinair) overleg is vastgelegd en geborgd in het professioneel statuut (kies een van de twee opties):
Ja
10b. Binnen Psychiatrisch Expertise Centrum is het (multidisciplinair) overleg en de informatie-uitwisseling en -overdracht tussen indicerend en coördinerend regiebehandelaar en andere betrokken behandelaren als volgt geregeld (beschrijf wat u heeft geregeld voor het uitvoeren van de (multidisciplinaire) overleggen, o.a. samenstelling, overlegfrequentie, wijze van verslaglegging):
Eens per twee weken vindt er een multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Hierbinnen wordt de voortgang van de behandeling besproken, (twijfels over) diagnoses, (twijfels over juiste) toewijzing van behandelaar en kan een van de conclusies zijn dat de patiënt wordt doorverwezen naar een volgend of voorliggend echelon. De indicerend of coördinerend behandelaar zorgt dat er van zijn/haar patiënt verslaglegging in het EPD terecht zal komen.
10c. Psychiatrisch Expertise Centrum hanteert de volgende procedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon:
Wanneer een individuele behandelaar al dan niet in overeenstemming met de patiënt, het vermoeden heeft dat de behandeling van de patiënt in een te “licht” dan wel een te “zwaar” echelon plaatsvindt voor wat als wenselijk wordt geacht, met inachtneming van de zorgstandaard, is de procedure als volgt:
-(coördinerend) (regie-)behandelaar bespreekt zijn twijfels met de patiënt.
-(coördinerend) (regie-)behandelaar bespreekt zijn twijfels en de visie van de patiënt met zijn collega’s in het MDO en met (indicerend) (regie)behandelaar.
– Het MDO formuleert in samenspraak met de (coördinerend) (regie-)behandelaar een plan van aanpak voor het op- of afschalen naar aan volgend of voorliggend echelon.
-(coördinerend) (regie-)behandelaar bespreekt het plan van aanpak met patiënt indien mogelijk samen met (indicerend) (regie-)behandelaar. Bij overeenstemming wordt er in overleg met patiënt contact opgenomen met de verwijzer (huisarts). Wordt er geen overeenkomst bereikt met de patiënt dan wordt dit in het MDO besproken en wordt vervolgbeleid bepaald.
– De verwijzer/huisarts wordt het plan van aanpak voorgelegd.
Na diens overeenstemming:
– contact opnemen met voorliggend dan wel volgend echelon voor doorverwijzing.
– na overeenstemming met voorliggend dan wel volgend echelon, respectievelijk; afsluiten behandeling met de patiënt; verzorgen schriftelijke overdracht met voorliggend dan wel volgend echelon en afsluitingsbrief verwijzer.
10d. Binnen Psychiatrisch Expertise Centrum geldt bij verschil van inzicht tussen bij een zorgproces betrokken zorgverleners de volgende escalatieprocedure:
ESCALATIEPROCEDURE
Bij het Psychiatrisch Expertise Centrum (PEC) wordt bij een ernstig verschil van mening over de te volgen behandeling, tussen behandelaars die bij eenzelfde zorgproces betrokken zijn, als volgt omgegaan:
– er is een escalatiefunctionaris benoemd, welke bij het PEC een psychiater of verpleegkundig specialist zal zijn, bij (langdurige) afwezigheid van de psychiater of verpleegkundig specialist kan een klinisch psycholoog de escalatiefunctionarisrol overnemen.
– de escalatiefunctionaris is voor iedereen werkzaam bij het PEC bekend.
– de escalatiefunctionaris zal de betrokken behandelaren, indien gewenst op vertrouwelijke basis aanhoren.
– In den regel maar na inschatting van de escalatiefunctionaris zullen de betrokken behandelaars tezamen worden gesproken door de escalatiefunctionaris. Er zal worden gestreefd naar een uiteindelijke overeenstemming tussen de behandelaren over de te volgen behandelwijze.
– Mocht er geen overeenstemming worden bereikt, zal de escalatiefunctionaris beslissen welke behandeling gevolgd dient te worden.
– Wanneer de escalatiefunctionaris inschat dat gebrek aan deskundigheid bij een van de behandelaars meespeelt in de onenigheid welke is ontstaan, dan zal in overleg met het hoofd (in casus de directeur) van het MDO-team van de betreffende behandelaar en met betreffende behandelaar zelf, worden nagedacht over een passend deskundigheidsbevorderingstraject. In dit geval zal de procedure worden gevolgd die er is voor een behandelaar welke te weinig bekwaam wordt geacht in het uitvoeren van (onderdelen van) zijn/haar werkzaamheden.
– De escalatiefunctionaris zal beoordelen of de oorzaak van de onenigheid vraagt om een verbetertraject, ofwel voor de individuele behandelaar, ofwel voor het hele MDO-team, ofwel voor de instelling als geheel.
11. Dossiervoering en omgang met cliëntgegevens
11a. Ik vraag om toestemming van de patiënt/cliënt bij het delen van gegevens met niet bij de behandeling betrokken professionals:
Ja
11b. In situaties waarin het beroepsgeheim mogelijk doorbroken wordt, gebruik ik de daartoe geldende richtlijnen van de beroepsgroep, waaronder de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (bij conflict van plichten, vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld), het stappenplan materiële controle en ik vraag het controleplan op bij de zorgverzekeraar (bij materiële controle):
Ja
11c. Ik gebruik de privacyverklaring als de patiënt/cliënt zijn diagnose niet kenbaar wil maken aan zijn zorgverzekeraar/ NZA:
Ja
12. Klachten en geschillenregeling
12a. Patiënten/cliënten kunnen de klachtenregeling hier vinden (kies een van de twee opties):
Zie hier onze klachtenregeling.
12b. Patiënten/cliënten kunnen met geschillen over een behandeling en begeleiding terecht bij:
De Geschillencommissie Zorg Algemeen
Contactgegevens: https://www.degeschillencommissiezorg.nl/contact/
De geschillenregeling is hier te vinden: https://www.degeschillencommissiezorg.nl/clienten/de-procedure/
III. Het zorgproces – het traject dat de cliënt in deze instelling doorloopt
13. Wachttijd voor intake/probleemanalyse en behandeling en begeleiding
Patiënten vinden informatie over wachttijden voor intake en behandeling en begeleiding via deze link (en kunnen deze telefonisch opvragen). De informatie is –indien het onderscheid van toepassing is– per zorgverzekeraar en per diagnose.
14. Aanmelding en intake/probleemanalyse
14a. De aanmeldprocedure is in de organisatie als volgt geregeld (wie ontvangt de telefonische aanmelding, wie doet de intake, hoe verloopt de communicatie met de patiënt):
De aanmeldingen (van de huisarts) komen binnen op het secretariaat zowel telefonisch, digitaal als via schriftelijke verwijzingen via Zorgdomein. Het secretariaat stelt de aanmeldingen ter beoordeling beschikbaar aan de beoordelaar (psychiater of verpleegkundig specialist GGZ). Daarna wordt door het secretariaat de cliënt ingepland bij een behandelaar. Dit kan een psycholoog, gz-psycholoog, maatschappelijk werker/ggz-agoog, psychiater of verpleegkundig specialist GGZ zijn. De afspraak met de cliënt wordt door het secretariaat bevestigd middels een digitaal afspraakbericht. De intakes worden over het algemeen door een behandelaar afgenomen, waarna de patiënt een afspraak heeft met de regiebehandelaar, en indien mogelijk samen met de behandelaar die de intake heeft verricht.
De regiebehandelaar draagt samen met de behandelaar die de intake heeft verricht zorg voor documentatie van de verslaglegging in het EPD. In het multidisciplinair overleg wordt de werkdiagnose en het behandeladvies afgestemd met een artikel 14 BIG beroep (verpleegkundig specialist GGZ of psychiater), indien de aangestelde regiebehandelaar niet een artikel 14 BIG-beroep is. De regiebehandelaar draagt zorg voor de brief en terugkoppeling aan de huisarts.
14b. Binnen Psychiatrisch Expertise Centrum wordt de patiënt doorverwezen naar een andere zorgaanbieder met een passend zorgaanbod of terugverwezen naar de verwijzer –indien mogelijk met een passend advies- indien de instelling geen passend aanbod heeft op de zorgvraag van de patiënt:
Ja
15. Indicatiestelling
De patiënt wordt door het secretariaat gekoppeld aan een daarvoor bevoegde (indicerend) regiebehandelaar welke de intake samen met een andere behandelaar
afneemt. Wanneer patiënt en/of de verwijzer, bij aanvang een voorkeur heeft voor een bepaalde behandelaar, dan wordt daar waar mogelijk gehoor aan gegeven.
De (indicerend) regiebehandelaar werkt conform invulling van dit (goedgekeurde) landelijk kwaliteitsstatuut.
De (indicerend) regiebehandelaar die de intake afneemt draagt zorg voor het stellen van de diagnose en stelt samen met patiënt een behandeladvies op. Indien de regiebehandelaar in een g-ggz traject een GZ-psycholoog betreft, zal conform het LKS 4.0 bij diagnostiek en indicatiestelling een verpleegkundig specialist GGZ of psychiater (artikel 14 BIG beroep in de gespecialiseerde ggz) worden betrokken (zie ook onderstaande tabel).
De diagnose en het behandeladvies wordt dan tevens in het MDO besproken. De brief met (werk)diagnose en behandeladvies wordt zo snel mogelijk (maar uiterlijk binnen 2 weken) aan de huisarts gestuurd.
Verantwoordelijkheden (indicerend) regiebehandelaar zijn: contact met de patiënt, aanspreekpunt voor de patiënt, opstellen van een behandeladvies met informed consent, zorgdragen voor een volledig dossier.
16. Behandeling en begeleiding
16a. Het behandelplan wordt als volgt opgesteld (beschrijving van proces en betrokkenheid van patiënt/cliënt en (mede-)behandelaren, rol (multidisciplinair) team):
Tijdens de intake formuleren patiënt en de (indicerend) regiebehandelaar gezamenlijke behandeldoelen. Deze doelen worden samen met de patiënt opgesteld en schriftelijk verwerkt in een behandeladvies. Gedurende dit proces wordt de patiënt op de hoogte gebracht van de overwegingen van de (regie)behandelaar (en eventueel inzichten vanuit het MDO) voor het aanbevolen behandeladvies en de patiënt wordt verteld over verschillende behandelvormen die er zijn voor de psychische problematiek, zodat er sprake is van informed consent.
De (indicerend) regiebehandelaar stelt de diagnose en bespreekt samen met de behandelaar welke doelen behaald moeten worden, welke behandelinterventies passend zijn en welke het beste bij de patiënt past. Indien de behandeling s-ggz betreft en de regiebehandelaar een GZ-psycholoog betreft, wordt een verpleegkundig specialist GGZ of psychiater betrokken bij diagnostiek en indicatiestelling. Tevens wordt besproken welk deel van de behandeling op locatie plaatsvindt en welk deel eventueel online. Voor de online behandeling kan gebruik worden gemaakt van videobellen, maar ook van e-health modules. De gemaakte afspraken worden verwerkt in een behandelplan, en in evaluatieverslagen. Indien gewenst kunnen naasten hierbij worden betrokken. Het intakegesprek duurt ongeveer een uur. Van het intakegesprek wordt een verslag gemaakt en wordt de huisarts – na toestemming – op de hoogte gesteld middels een brief.
De (indicerend) regiebehandelaar betrekt, wanneer hij of zij geen verpleegkundig specialist GGZ of psychiater (artikel 14 BIG beroep) is, een psychiater of verpleegkundig specialist GGZ en bespreekt welke diagnose is gesteld en welke behandeling passend is. Indien gewenst wordt de patiënt ook gesproken door de psychiater of verpleegkundig specialist. Wanneer de psychiater of verpleegkundig specialist GGZ het eens is met het voorgestelde beleid wordt de patiënt – indien er een wachtlijst is – op de behandelwachtlijst geplaatst.
16b. Het centraal aanspreekpunt voor de patiënt/cliënt tijdens de behandeling is de coördinerend regiebehandelaar (beschrijving rol en taken regiebehandelaar in relatie tot rol en taken medebehandelaars):
Tijdens de behandeling heeft de patiënt regelmatig een evaluatiegesprek met de (coördinerend) regiebehandelaar. Bij voorkeur is de coördinerend regiebehandelaar dezelfde behandelaar als de indicerend behandelaar.
De coördinerend regiebehandelaar monitort het verloop van het traject alsmede de diagnostiek en behandeling die wordt uitgevoerd door mede-behandelaren. De coördinerend regiebehandelaar fungeert gedurende het gehele traject, ook wanneer de patiënt tijdelijk bij een (andere) medebehandelaar in behandeling is, als eerste aanspreekpunt voor de patiënt. Indien er meerdere betrokkenen zijn bij een patiënt
(zoals derden en andere behandelaren), functioneert de coördinerend behandelaar als casemanager, de ‘spin in het web’.
De coördinerend regiebehandelaar is bevoegd om een medebehandelaar te adviseren en in uitzonderlijke situaties te overrulen. Wanneer de medebehandelaar zich totaal niet kan vinden in het beleid van de regiebehandelaar dan kan dit via de escalatieprocedure worden opgelost (zie eerder).
16c. De voortgang van de behandeling wordt binnen Psychiatrisch Expertise Centrum als volgt gemonitord (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM):
Regelmatig, en minstens twee keer per jaar, vindt een evaluatie plaats tussen de (coördinerend) regiebehandelaar, de behandelaar, de patiënt en indien gewenst diens naasten. Tijdens dit gesprek wordt de voortgang binnen het behandelplan besproken, maar ook de tevredenheid van de patiënt en of het behandelplan bijsturing nodig heeft.
Indien het behandelplan tijdens een evaluatie wordt aangepast– indien de regiebehandelaar geen verpleegkundig specialist GGZ of psychiater is – dan wordt een verpleegkundig specialist GGZ of psychiater betrokken.
16d. Binnen Psychiatrisch Expertise Centrum reflecteert de coördinerend regiebehandelaar samen met de patiënt/cliënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling als volgt (toelichting op wijze van evaluatie en frequentie):
Regelmatig, en minstens twee keer per jaar, vindt een evaluatie plaats tussen de regiebehandelaar en de patiënt. Tijdens dit gesprek wordt de voortgang binnen het behandelplan besproken, de tevredenheid van de patiënt en wordt besproken of de doelen en behandelmethoden aangepast moeten worden.
16e. De tevredenheid van patiënten/cliënten wordt binnen Psychiatrisch Expertise Centrum op de volgende manier gemeten (wanneer, hoe):
Jaarlijks en aan het eind van iedere diagnostisch- en/ of behandeltraject krijgt de patiënt digitaal een patiënttevredenheidsvragenlijst toegestuurd (CQI). Daarnaast wordt het traject mondeling geëvalueerd gedurende het traject en tijdens het laatste gesprek.
17 Afsluiting/ nazorg
17a. De resultaten van de behandeling en begeleiding en de mogelijke vervolgstappen worden als volgt met de patiënt/cliënt en diens verwijzer besproken (o.a. informeren verwijzer, advies aan verwijzer over vervolgstappen, informeren vervolgbehandelaar, hoe handelt instelling als patiënt/cliënt bezwaar maakt tegen informeren van verwijzer of anderen):
Aan het eind van de behandeling wordt een afrondend gesprek gepland met de patiënt, indien gewenst diens naasten, de regiebehandelaar en de behandelaar. Tijdens dit gesprek wordt besproken in hoeverre de doelen behaald zijn, wat de patiënt bij een terugval kan doen en worden de belangrijkste handvatten uit de behandeling kort doorgenomen. Na toestemming van de patiënt wordt de huisarts op de hoogte gesteld middels een ontslagbrief, en wordt het dossier afgesloten.
17b. Patiënten/cliënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van crisis of terugval:
Patiënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van crisis of terugval: patiënten kunnen via het algemene nummer contact met PEC opnemen. Afhankelijk van de situatie wordt besproken welke actie ondernomen dient te worden. In principe kan de patiënt zo spoedig mogelijk, en zonder wachtlijst, weer in zorg komen, eventueel met een nieuwe verwijzing van de huisarts, zolang een (regie)behandelaar beschikbaar is om de behandeling weer op zich te nemen.
In het geval van een acute crisis kan de patiënt zich in samenspraak met de huisarts bij de crisisdienst van de GGZ in de eigen regio melden. Indien nodig wordt dit bij het afsluiten van de zorg reeds met de patiënt besproken. In de acute crisisfase is het (na afsluiten van de behandeling bij het Psychiatrisch Expertise Centrum) is het gebruikelijk dat de patiënt zich eerst meldt bij de huisarts en eventueel de crisisdienst van de GGZ in de eigen regio maar kan in overleg met hen worden besloten dat de patiënt aansluitend weer in zorg komt bij PEC.
IV. Ondertekening
Naam bestuurder van het Psychiatrisch Expertise Centrum:
Jeroen Terpstra
Plaats: Almere
Datum: 21-10-2025
Ik verklaar dat ik me houd aan de wettelijke kaders van mijn beroepsuitoefening, handel conform het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ en dat ik dit kwaliteitsstatuut naar waarheid heb ingevuld: ja
Bij het openbaar maken van het kwaliteitsstatuut voegt de ggz-instelling de volgende bijlagen op de registratiepagina van www.ggzkwaliteitsstatuut.nl toe:
Een afschrift/kopie van het binnen de instelling geldende kwaliteitscertificaat (HKZ/NIAZ/JCI en/of ander keurmerk); zijn algemene leveringsvoorwaarden; het binnen de instelling geldende professioneel statuut, waar de genoemde escalatie-procedure in is opgenomen.